Visual

Sociaal-emotionele ontwikkeling

De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen heeft veel invloed op het totale functioneren en het uitstroomperspectief.

Daarom besteden we hier op De Duinpieper structureel en gericht aandacht aan. Twee keer per jaar vullen we de vragenlijst ZIEN! in. ZIEN! is een webbased systeem waarmee we het sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen systematisch en objectief volgen. Aan het begin van het schooljaar wordt er gericht geobserveerd. In oktober vullen we ZIEN! in ter voorbereiding van de groepsbespreking.

Tijdens de groepsbespreking gebruiken we het ZIEN! groepsprofiel voor groepsdoelen en handelingsadviezen. Deze doelen stellen we met behulp van de leerlijn ‘Zelfbeeld en Sociaal gedrag’ op.’ Aan deze doelen werken we via lessen (methode Stip), spellen en (kring) gesprekken. Aan het einde van het schooljaar, ter voorbereiding van de leerlingbespreking, vullen we ZIEN! opnieuw in. Tijdens de leerlingbespreking verwerken we de uitkomst van ZIEN! in het ontwikkelingsperspectiefplan (OPP).

Weerbaarheidstraining

We doen mee aan de weerbaarheidstraining voor de oudste leerlingen van onze school. De weerbaarheidstraining heeft als doel leerlingen in hun pubertijd te ondersteunen. Dit door hen weerbaarder te maken en door hun sociale competenties, zelfbeeld en zelfvertrouwen te vergroten. Een trainer van de GGD geeft samen met de leerkracht de lessen op school. De gemeente Noordwijk subsidieert deze weerbaarheidstraining.

Geef me de vijf

Ieder schooljaar besteden we tijd aan het vergroten van onze kennis rond het gedrag van leerlingen. Dit jaar is er een vervolg gepland over de aanpak van ‘Geef me de vijf’. Dat is dé methodische onderlegger voor het onderwijs in Nederland.

De vijf pijlers van deze methodiek

  1. Autisme begrijpen

Je wilt graag positief contact met leerlingen met autisme. Dit wordt makkelijker als je het autisme van je leerling begrijpt. Het lukt deze leerling niet om zich aan jou aan te passen. Daarom moet jij je in eerste instantie aan hem aanpassen. Door je te verdiepen in zijn manier van denken, leer je wat hij wil zeggen met zijn gedrag en wat hij nodig heeft om wél naar jou te kunnen luisteren.

  1. Positief contact

Je wilt dat er rust komt in de klas en dat je jouw leerling begrijpt en hij zich begrepen voelt. Dat kan! Als je autisme begrijpt, dan kun je met die kennis leren op deze leerling af te stemmen en is de basis voor positief contact gelegd. Je communicatie is dan afgestemd op het autistische denken.

  1. Basisrust creëren

Heb je de eerste twee stappen gemaakt, dan heb je een positieve en veilige basis gelegd. Van daaruit kijk je wat zijn behoefte is als het gaat om duidelijkheid over zijn schooldag. Geef me de vijf leert je een structuur op maat te maken voor deze leerling, waarmee hij in het schoolsysteem kan meedraaien. Dat scheelt jou veel individuele tijd. De leerling doet aan de hand daarvan zelfstandig zijn werk en het kliergedrag verdwijnt! Zo ontstaat er ruimte voor de andere leerlingen en voor jouw eigen taken.

  1. Problemen oplossen

Conflicten, daar heb je er waarschijnlijk genoeg van. Ze zijn vaak het gevolg van onbegrip. Als je de eerste drie stappen toepast, zijn de conflicten meestal al sterk verminderd. Geef me de vijf helpt je de oorzaak te achterhalen van de conflicten die er dan nog zijn en geeft je tools om daarmee om te gaan. Hiermee worden gelijk conflicten in de toekomst voorkomen, waardoor er meer rust in de klas ontstaat.

  1. Ontwikkeling bevorderen

Je wilt graag dat jouw leerling met autisme zich ontwikkelt, zoals elk ander kind. Dat hij leert wie hij zelf is, sociale contacten aangaat en een ‘gewoon’ leven kan leiden. En dat kan! Je leert hoe je zijn ‘ik’ kan ontwikkelen en hoe hij van persoonsafhankelijk zelfstandig wordt. Met andere woorden: naast het kind klaarstomen voor de CITO, leer je hem ook te leven in plaats van overleven!

Omgang met elkaar

Aan de start van elk schooljaar nemen we uitgebreid onze vier schoolregels voor gewenst gedrag door. Dit zijn onze vier schoolregels voor gewenst gedrag:

  • Ik doe wat de juf zegt.
  • Ik ben aardig voor groot en klein.
  • Ik mag de schoolspullen gebruiken en ben er zuinig op.
  • Ik loop en praat zachtjes in de gang. Dan kan iedereen in de school rustig werken.